Verslag bijeenkomst Netwerk tegen Armoede over hulp aan multi-probleemgezinnen op 12 oktober 2023 in de Westpoort, Rhenen
Aanwezig: Alewijn Donraad (Taalhuis), Arie van der Staaij (Gezondheidscentrum Elst), Bert Huisman (Formulierenbrigade), Boele Boelens (manager sociaal domein), Carla van Sluisdam (Jobhulpmaatje, Netwerk voor Nieuwkomers), Eline van Berkum (Jobhulpmaatje), Ellen Buikema (Budgetloket), Ellen Hoogteijling (Taalhuis), Endryetta Aerts (Stichting Anders Foodvalley), Gerrie van der Staaij (Schuldhulpmaatje), Hans Bruin (Diakonie PKN), HJ Nederhorst (Voedselbank), Kees Jochemsen (Hulpmaatje Rhenen), Kim van Orden (consulent, sociaal team), Maartje Sloots (gezinscoach, gemeente Wormerland), Minke Veldkamp (gezinscoach, gemeente Wormerland), Mirjam Groenendijk (Adviesraad Sociaal Domein), Moniek Spoor (beleidsadviseur sociaal domein), Sandra Geurts (regisseur sociaal team), Xander Bardie (beleidsadviseur), Sandra Kensen (gespreksleider), Tom Oolbekkink (re-integratie adviseur), Tjark Struif Bontkes (coördinator Netwerk tegen Armoede).
- Opening, voorstelrondje en mededelingen
- Tjark heeft laten weten dat hij stopt als coördinator van het Netwerk tegen Armoede. Sandra memoreert dat hij aan de wieg stond van het Netwerk tegen Armoede in 2017 en dat er inmiddels 13 bijeenkomsten zijn georganiseerd. Kees Jochemsen overhandigt hem een bos bloemen.
- H.J. Nederhorst roept de aanwezigen op om meer bekendheid te geven aan de Voedselbank en om mensen aan te melden, die nu onder de radar blijven.
- Miriam Groenendijk zoekt nieuwe leden voor de Adviesraad Sociaal Domein.
- Inleiding door Maartje Sloots van de gemeente Wormerland
Het Netwerk tegen Armoede heeft deze keer als thema ‘de hulpverlening aan multiprobleem-gezinnen’ gekozen.
Het NtA heeft daarvoor Maartje Sloots en Minke Veldkamp van de gemeente Wormerland uitgenodigd om hun aanpak, waarin zij gebruik maken van gezinscoaches, met ons te delen en toe te lichten.
Zij worden ingezet in gezinnen, die al generaties lang kampen met chronische problemen als armoede, schuld, werkloosheid en verslaving, en die vaak al jaren dure versnipperde hulp krijgen, die niet helpt. In deze gezinnen zijn patronen vaak diep ingesleten en zij glijden daarom vaak weer af zodra de hulp stopt. Ook komt het regelmatig voor dat de samenwerking met bepaalde hulpverleners door het gezin wordt verbroken omdat ze hulpverleningsmoe zijn terwijl er nog geen duurzame verbetering is.
De gezinscoaches besteden veel aandacht aan het in kaart brengen van wat er werkelijk aan de hand is, aan de werkrelatie en aan het in kaart brengen van het netwerk van zo’n gezin voordat er een plan wordt gemaakt.
De introductie van een gezinscoach (door een bestaande hulpverlener) is soms best heftig. Gezinscoaches volgen niet altijd de standaardprocedures: hun eerste doel is om een vertrouwensband op te bouwen. Zo is het invullen van een formulier voordat er een gesprek plaats kan vinden, niet aan de orde. Het gaat er om dat er een klik is met het gezin. Daarom mogen de ouders aangeven of, hoe en met wie zij verder willen, zodat zij de regie houden op de inhoud.
De eigenschappen van de persoon van de werker en de werkrelatie tussen hulpverlener en gezin zijn cruciaal voor een duurzaam resultaat. Ze geloven in gezinnen en niet in uithuisplaatsing van gezinnen zoals dat nu vaak voorkomt in Nederland. Niet de regels (het systeem) zijn leidend maar doen wat nodig is. Daarbij is een respectvolle menselijke benadering, die vertrouwen en contact geeft, cruciaal.
De gezinscoaches zijn in dienst van de gemeente en onderdeel van het sociaal domein, wat de contacten met collega’s directer maakt. Ook haalt dit een eventuele financiële prikkel weg, die een rol kan spelen bij ingehuurde organisaties.
De gezinscoaches onderhouden contacten met alle hulpverleners, die nog eventueel nodig zijn, en laten zich niet beperken door regels van de jeugdwet, als die een belemmering vormen voor een effectieve hulp. Zo stopt men b.v. niet met het verlenen van jeugdhulp bij een leeftijd van 18 of 21 jaar als een langdurige inzet langer nodig is om intergenerationele patronen te doorbreken.
Het is soms een uitdaging om alle spelers mee te krijgen in de aanpak; bestuurlijke commitment is dan ook erg belangrijk binnen deze werkwijze. Wat betreft de budgetten: als er geld nodig is en het budget voor dat specifieke doel is op, dan wordt getracht elders geld te vinden (het ontschotten van budgetten).
Het uitgangspunt is “doen wat nodig is, maar altijd met de toestemming van de ouders”. Op deze manier kan er ook zonder belemmering van privacy goed met elkaar worden samen gewerkt.
Er wordt gebruik gemaakt van een registratiesysteem van de Uitvoeringsbrigade waar ouders de regie op hebben. De ouders kunnen hulpverleners toegang verlenen tot dit systeem. Verdere registratie is niet nodig; er is geen sprake van indekken van verantwoordelijkheden. Binnen dit registratiesysteem kunnen ook de maatschappelijke kosten en baten worden verrekend.
Omdat zij meestal te maken krijgen met alle wetten binnen het sociaal domein, kunnen de gezinscoaches juist weer terug naar ‘werken volgens de bedoeling’ vanuit de leefwereld van het gezin door gebruik te maken van de ruimtes binnen de wet- en regelgeving.
Deze methode maakt een einde aan de versnipperde hulpverlening en maakt het mogelijk om het ‘1 gezin, 1 plan, 1 contactpersoon’ principe in de praktijk uit te voeren, omdat de ouders in de uitvoering zitten en de regie hebben.
De gezinscoaches beschouwen het gezin als één samenhangend geheel en zorgen ervoor dat er samen met de verschillende organisaties één integraal plan wordt gemaakt waar maatwerk en afstemming voorop staan..
In de tijd die voor hen beschikbaar is, 32 uur per week, is het uitgangspunt dat zij 5 gezinnen begeleiden.
Op dit moment wordt er nog weinig met vrijwilligersorganisaties gewerkt, ook door het soms ingewikkelde gedrag dat ouders en kinderen kunnen vertonen. Voor lichte gevallen wordt het mogelijk geacht om vrijwilligers een belangrijke rol te laten vervullen, eventueel onder begeleiding van een gezinscoach.
Hoe gaat Rhenen om met dergelijke gezinnen?
In Rhenen is er een Sociaal Team (18+) en een Jeugdteam (0-18). Dit zijn verschillende teams die in veel casussen nauw samenwerken.
In principe houdt een gezin zelf de regie. Echter in voorkomende gevallen kan bemoeizorg worden ingezet en in crisissituaties, waar de professionals vastlopen, kan het Doorbraakteam worden ingeschakeld. Ook kan het zijn dat er specialistische begeleiding geïndiceerd wordt en die begeleider de regie heeft over de casus/het gezin. De complexe gevallen worden dan besproken in een MDO (multidisciplinair overleg) waarin alle betrokken professionals (en soms ook de gezinsleden zelf) participeren.
Het Doorbraakteam heeft een eigen budget, maar daar is de afgelopen 2 jaar geen gebruik van gemaakt.
De gemeente Rhenen hanteert als uitgangspunt “Werken vanuit de bedoeling” waarbij, als het moet, ‘buiten de lijntjes kan worden gekleurd’.
Voor bepaalde gevallen kunnen middelen beschikbaar worden gesteld door de Kerngroep Armoedebestrijding, b.v. als het gaat om reiskosten om een specifieke behandeling te kunnen ondergaan.
Vrijwilligers kunnen een belangrijke rol spelen omdat zij vaak in aanraking komen met kwetsbare gezinnen. Zij kunnen signalen en informatie doorgeven aan de gemeente. Een goede samenwerking tussen gemeente en vrijwilligersorganisaties is daarom van groot belang.
Door het sociaal team wordt aangegeven dat als vrijwilligers tegen problemen aanlopen, zoals tegenstrijdige regels of problemen, die niet worden gezien door de professionals, zij altijd contact kunnen opnemen met het sociaal team zodat er samen naar de beste oplossing gezocht kan worden. Ook kunnen vrijwilligers die constateren dat de communicatie tussen een ingehuurde zorgaanbieder en een gezin moeizaam verloopt, hierover contact opnemen met de consulent van het sociaal team of het jeugdteam.
- Afsluiting
In het afsluitend rondje worden o.m. de volgende opmerkingen gemaakt
- Het is belangrijk dat er goede relaties bestaan tussen de verschillende hulpverleners en vrijwilligers.
- Er zijn meerdere manieren om om te gaan met multiprobleemgezinnen. Rhenen volgt een meer pragmatische aanpak en die voldoet goed.
- Arie van der Staaij stelt voor om voor een volgende bijeenkomst Inburgering op de agenda te plaatsen, en met name het Persoonlijk Integratie Plan (PIP).
- Sandra roept de aanwezigen op om kandidaten te zoeken voor het coördinatorschap van het Netwerk tegen Armoede. Reacties kunnen worden gericht aan Kees Jochemsen.
- Tjark bedankt Sandra voor de deskundige en prettige wijze waarop zij sinds 2017 het Netwerk heeft geadviseerd en de bijeenkomsten heeft geleid.
